Het was een indrukwekkende, meest stille tocht donderdagavond van de Vijzelgracht (Franse consulaat) naar de Dam. Zeker 18.000 belangstellenden protesteerden hiermee tegen de moord op redacteuren/tekenaars en anderen van het Franse weekblad Charlie Hebdo, woensdag in Parijs. Premier Mark Rutte sprak, evenals burgemeester Eberhard van der Laan, politiechef Pieter-Jaap Aalbersberg en columniste Nausicaa Marbe.
Een groep van ongeveer 150 politiemensen liep aan de kop van de stoet, die om 18.45 uur aankwam op de Dam. Van der Laan zei in zijn speech dat terroristen niets bereiken, ‘behalve dat er binnen één dag massaal wordt gedemonstreerd. Als één Charlie staan we hier.’ ”De kille executie van onze Franse collega’s, bezig met het bewaken van onze veiligheid, maakt me woedend’, zei de Amsterdamse politiechef Pieter-Jaap Aalbersberg op de Dam. Bij de aanslag zijn journalisten maar ook twee politiemensen gedood.
Pamfletten
De demonstranten droegen pamfletten met daarop de tekst ‘Je suis Charlie’. Velen liepen met een pen of potlood in de hand. Bij het consulaat zijn bloemen neergelegd en branden kaarsjes. Ook stond er een pot potloden.
Op de Dam waren grote schermen neergezet, waarop beelden uit Parijs en cartoons te zien waren. Achter de ramen van het gebouw van dagblad NRC aan het Rokin stonden journalisten en medewerkers met een A4 met de tekst Je suis Charlie. Diverse demonstranten riepen deze woorden ook als leus. Er liepen veel Fransen mee in de stoet.
