Kantershof is een ruim opgezette wijk met veel groen en wordt omringd door groen (Bijlmerweide, Diemerbos en Gaasperplas). Daarnaast hebben veel huizen ook een, voor Amsterdamse begrippen, ruime voor- en achtertuin. Dit is de reden waarom wij hier zijn komen wonen.
Ons huis ligt aan de waterkant en kijkt uit over de Bijlmerweide. De vorige bewoners hadden van de achtertuin veel werk gemaakt (zie foto). Er stonden veel heesters en bomen in. Daarnaast waren er nog twee hele kleine vijvers (met vissen en kikkers).
Het nadeel van de bomen en heesters in de tuin was dat deze zo groot waren geworden dat er amper nog licht in de tuin (en huis) kwam. We waanden ons in een bos. Op zich best wel leuk, maar vanuit de huiskamer konden we de waterpartij en de Bijlmerweide niet meer zien. Ongeveer drie jaar geleden besloten we hier wat aan te doen.
We zijn begonnen met de tuin helemaal kaal te maken. Dit was een grote klus. Niet alleen stonden er veel bomen (zilverspar, Japanse kers, appelboom, spar en meerdere coniferen) en grote heesters in, maar ook was een groot deel van de schutting en pergola begroeid met diverse klimplanten (waaronder de woekeraars Hedera en Kiwi).
Achter in de oorspronkelijke tuin was een pergola gebouwd met hierin een witte regen (Wysteria). Dit zijn mooie klimplanten, maar ze moeten de ruimte hebben. In onze tuin was deze, ondanks zijn jonge leeftijd, al flink gegroeid. De Wysteria was vanuit de pergola in een overhangende tak van de esboom helemaal tot in de top van de boom gegroeid (vijftien meter hoog). Als de esboom en de Wysteria in blad kwamen, ontstond er een groot groen scherm, dat amper licht doorliet naar de bodem van de tuin.
Voor wie wel eens langs de Amsterdamse grachten loopt, weet hoe hoog en hoe mooi de Wysteria kan zijn. Deze kan met gemak vijftien meter hoog worden. Daarnaast kunnen de planten ook erg oud worden. Honderdjarige planten zijn geen uitzondering. De plant die in onze tuin stond, was ongeveer twintig jaar oud. Het zijn mooie planten die beter als solitair moeten worden gezien en niet als klimplant in een (te kleine) pergola.
Wortels
Al met al heeft het ruimen van de tuin een paar maanden in beslag genomen. Het meeste werk was niet het verwijderen van het groen boven de grond, maar vooral het verwijderen van de wortels. Van de heesters hebben we alle wortels eruit kunnen halen, maar van de Japanse Kers, zilverspar en de coniferen hebben we de dieper gelegen wortels moeten laten zitten. Deze rotten vanzelf weg.
In de tuin lagen ook veel bielsen. Behalve dat deze onderdelen na verloop van tijd erg lastig zijn te verwijderen (ze raken verzadigd van het vocht en worden erg zwaar), moesten we bij het weghalen ervan ook voorzichtig te werk gaan. Deze bielsen werden als schuilplaats gebruikt voor de vele salamanders, bruine kikkers en padden die in de tuin zaten.
Het leeghalen van de twee kleine vijvers was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Niet alleen zaten de vijvers vol met vissen en groene kikkers (die we voorzichtig moesten vangen en naar een tijdelijke vijver moesten verhuizen), daarnaast zat in een van de vijvers ook een waterlelie (Nymphea) welke zo uit de kluiten was gegroeid, dat een van de vijvers voor meer dan driekwart uit wortels bestond.
Na de ruiming van bomen en planten (en het aanleggen van een pad bij de schutting), zag de tuin er zo uit:
Een heel verschil dus met de eerder getoonde foto.
Toen zijn we weer begonnen met het opnieuw inrichten van de tuin. Eerst hebben we een plan gemaakt.
Het was onze wens om de nieuwe tuin zo in te richten, dat we vanuit de huiskamer een mooi uitzicht hadden op zowel de tuin als de aangrenzende Bijlmerweide. Daarnaast wilden we ook een graag een natuurlijke vijver in de tuin hebben. De beplanting moest laag blijven met veel bloeiende planten en passen bij de vijver. Het aanleggen van een grote vijver was niet gemakkelijk en vergde een goede voorbereiding. Gelukkig is het allemaal goed gelukt.
Het uiteindelijke resultaat was als volgt:
De beplanting in de vijver bestaat onder andere uit een kleinblijvende witbloeiende waterlelie, hoornblad, kleine lisdodde, lidsteng en Myriophyllum. Aan de oeverzijde hebben we onder andere watermunt (is woekeraar, dus vaak snoeien), kalmoes, gele lis, moeras-vergeet-mij-nietje, kattestaart, kietvitsbloemen en lobelia’s geplant.
De padden, kikkers en salamanders hebben binnen de kortste keren de nieuwe vijver ontdekt en de vissen hadden binnen de kortste keren eieren afgezet met als gevolg jonge vissen. Daarnaast trekt de vijver ook waterjuffers en libellen aan.
Al met al een grote verandering in de tuin, waarvan vooral de vijver een blikvanger is.
Joost van Dantzig